whiteTerug naar Home

Contact

Waarschuwingslampjes: wat betekenen ze en hoe voorkom je ze?
 

Op het dashboard van de auto zie je soms allemaal verschillende lampjes branden. Als je de auto start, zie je een aantal lampjes kort branden, maar als er een lampje blijft branden tijdens het rijden is er iets mis. Het kan zijn dat je je gordel niet hebt omgedaan en dat er daarom een dashboard lampje brandt, maar het kan ook goed mis zijn met bijvoorbeeld de motor of de accu. Afhankelijk van de kleur van het lampje is er een bepaalde actie vereist. 

Kleur van dashboard lampjes

Een groen dashboard lampje betekent dat alles in orde is en naar behoren werkt, maar als er een rood waarschuwingslampje brandt, dan is het noodzaak om zo snel mogelijk je auto aan de kant te zetten, de motor uit te zetten en de pechdienst te bellen. Zorg wel dat je op een veilige plek parkeert zoals de vluchtstrook, en niet midden op de snelweg stil gaat staan. 

Een geel dashboard lampje dat brandt, geeft ook aan dat er een probleem is met de auto, maar dan kun je nog even doorrijden tot een garage of parkeerplaats. Pas je snelheid aan rijd zoveel mogelijk rechts Zorg dat je de auto zo snel mogelijk  na laat kijken. Het waarschuwingslampje van het motormanagement kan geel gaan knipperen. Dit geeft, net als een rood lampje, een ernstig probleem aan en dus moet je ook bij een knipperend geel lampje zo snel mogelijk stoppen. 

Betekenis van waarschuwingslampjes

Elk dashboard lampje ziet er anders uit. Het tekentje geeft weer waar het lampje voor brandt. Meestal kun je aan het dashboard lampje al zien waar het om gaat. Hieronder zie je welk waarschuwingslampje wat aangeeft.

Waarschuwingslampje

Betekenis

Motormanagement/motorstoring
Dit lampje beeld een motorblok af. Er is iets aan de hand met de motor of elektronica.

Automatisch start-stopsysteem
Dit zorgt dat de motor automatisch uit gaat wanneer je stilstaat en ook automatisch weer aan gaat als je weer gaat rijden.

Cruisecontrol
De auto zet een bepaalde snelheid vast en blijft dan dus met die snelheid rijden. Je hoeft dan geen gas meer te geven.

Storing antiblokkeersysteem
Het antiblokkeersysteem (ABS) zorgt dat de wielen bij hard remmen blijven rollen, zodat je niet slipt.

Motor oververhit/koelvloeistof bijvullen
De motor is te heet, wat veroorzaakt kan worden door te weinig koelvloeistof.


 

Oliepeil te laag of te hoog
Zet de auto aan de kant en laat de motor minstens 20 minuten afkoelen. Controleer het oliepeil om te weten of je de olie bij moet vullen of juist af moet tappen.

Handrem aangetrokken
Dit lampje brandt als de handrem is aangetrokken, of als er iets mis mis met het remsysteem.

Lage accuspanning
Er is een storing in de dynamo, aandrijfsnaar of de stroomkabels.

Gevarenlicht
Als dit lampje rood knippert dan staan de gevarenlichten/waarschuwingslichten aan.

Autocontrole

Als er een waarschuwingslampje op het dashboard begint te branden, is het eigenlijk al te laat. Om te voorkomen dat er een ernstig probleem ontstaat aan de auto, kun je zelf met regelmaat een aantal dingen controleren. Zo ben je er op tijd bij als er iets mis is en rijd je niet je auto in de prak. Door regelmatig het oliepeil te controleren voorkom je dat het waarschuwingslampje gaat branden omdat het oliepeil te hoog of te laag is. Het oliepeil controleer je voordat je gaat rijden en als de auto waterpas staat. Het beste is om dit ongeveer eens per maand te doen.

Om veilig de weg op te kunnen is het ook belangrijk dat de bandenspanning goed is. Dit mag niet te hard of te zacht zijn want dat is beide niet goed. Bij een te hoge bandenspanning zijn je banden hard en komt het raakvlak met de weg bol te staan. Hierdoor maakt alleen het middelste gedeelte van de band contact met het wegdek, waardoor je minder grip hebt. Bij een te lage bandenspanning komt er veel druk op de zijkant van de band. Dit zorgt voor slijtage aan de zijkanten, waardoor de band steeds warmer wordt en oververhit raakt. Dit kan een klapband als gevolg hebben. Niet alle auto’s hebben een waarschuwingslampje hiervoor, daarom is het belangrijk dat je de bandenspanning zelf in de gaten houdt. Ook de bandenspanning kun je het beste eens per maand controleren en moet je doen voordat je wegrijdt. Wat de juiste bandenspanning is vind je in het instructieboekje van de auto.

Om te voorkomen dat het waarschuwingslampje gaat branden om aan te geven dat de auto een lage accuspanning heeft, kun je deze in de gaten houden met een multimeter. Een lage accuspanning voorkom je bijvoorbeeld door je lichten uit te doen als de motor niet aan staat en door niet alleen maar korte ritjes te maken. De dynamo heeft dan namelijk niet genoeg tijd om de accu helemaal op te laden.

Meer gratis tips? Check dan deze pagina.